woensdag 11 juli 2012



Trends in outsourcen van Finance & Accounting functie
Volgens een recente rapportage van de Everest Group ( www.everestgrp.com) zal de multi-process Finance and Accounting Outsourcing (FAO) markt in de VS na een lichte aarzeling in 2011 dit jaar weer groeien tot  misschien wel meer dan 4,5 miljard dollar in ‘annual contract value’.  Het outsourcen van Finance and Accounting functies evolueert bovendien snel, vooral gedreven door CFO’s/controllers die meer ‘value’ eisen, ofwel structurele verlaging van ‘administrative costs’.  Die voortdurende benadrukking van de noodzaak van kostenvermindering botst nogal met de ‘value propositions’ die de grote Business Process Outsourcing (BPO) Service Providers bieden.
Er worden nu drie vormen van outsourcing onderscheiden:
a. de processen onveranderd laten en alleen kosten verlagen door het werk te verplaatsen
b. bovenstaande dienst, aangevuld met consultancy om eerst de processen te stroomlijnen alvorens deze  te offshoren;
c. zgn ‘platform-led FAO’ dat daarboven processen automatiseert op basis van best practices en daarmee een nog duurzamer kostenbesparing weet te realiseren.

Variant 1 is nog steeds dominant (ook wel ‘lift and shift’ genaamd). Maar veel CFO’s/Controllers in de VS zijn van mening dat deze vorm van dienstverlening snel obsolete zal worden. De opkomst van een nieuwe middenklasse in India die flink jobhopt verhoogt de risico’s van discontinuïteit aldaar. Bovendien is er een sfeer van ‘liever in eigen land’ ontstaan in de VS, die blote offshoring suspect maakt in de ogen van het publiek. De trend in de FAO-dienstverlening is dan ook duidelijk naar diensten met hogere marges en meer ‘added value’voor de klanten.
Een meer uitgebreid overzicht van FAO-trends in The Evolution of Finance and Accounting Outsourcing (FAO), www.apifao.com  © 2012 API Outsourcing, Inc.


Fraude met facturen – ook door uw eigen medewerkers
Veel organisaties denken bij  ‘fraude met facturen’ vooral aan valse facturen, die in grote aantallen door louche reclamebureaus worden gestuurd in de hoop dat een suffe AP-afdeling ze wel zal betalen. Het komt nauwelijks in hen op, dat ook intern met facturen gefraudeerd kan worden.
Maar bij enige research blijkt al snel, dat dit een onderschatting van het risico is. Niet zelden blijken ontevreden werknemers of oneerlijke managers een groot risico – zeker als de factureersystemen niet zo transparant zijn als ze zouden moeten wezen.
Zo werd in het VK , aldus www.sharedserviceslink.com  op 2 juli, een part-time administrateur veroordeeld, omdat zij ruim £200.000 gestolen bleek te hebben – om daarmee een grootse bruiloft te kunnen betalen. Haar truc? Ze verwerkte fantasie-facturen waarmee ze zichzelf grote bedragen toe-eigende. Een notarisklerk in Shakespeares Stratford-upon-Avon bekende dat hij geregeld sommen gelds ontvreemd had van de rekeningen van overleden klanten, waarvoor zijn kantoor executeur testamentair was. Ook daar gebeurde dat door valse facturen op te voeren in de eindafrekening aan de erfgenamen.
Overigens blijkt uit onderzoek steeds weer, dat de daders van dergelijke interne fraude vaak ogenschijnlijk loyale leidinggevenden zijn, die al langer dan tien jaar bij u in dienst zijn. Bijna altijd zijn ze tussen de 35 en 55 jaar oud; een derde werkt op uw eigen financiële afdeling en opvallend: een groot deel van de daders is CEO of zit in de Raad van Bestuur.
Het is van groot belang zorgvuldig vast te leggen wie welke betalingen mag doen. Inclusief een onweerspreekbare audit trail van alle betalingen door en namens de organisatie.






CIO’s moeten meer leiderschap tonen
Tijdens IMD's 2012 CIO Roundtable deed professor  Don Marchand verslag van zijn laatste onderzoek, dat nog eens aantoonde dat succes of falen van organisaties nauw te relateren is aan "information orientation leadership" van CIOs tegenover de overige senior executives.
Veel CIO’s dienen zich te ‘herpositioneren’ – in plaats van zich op te stellen als geïsoleerd opererende specialisten moeten ze aantonen hoe en waar informatie essentieel is voor de onderneming en daardoor ook hun leiderschap bewijzen.
"Effective co-operation between the CEO and CIO can reveal unexplored opportunities and also alert a company to possible dangers in terms of where it's going," zei professor Marchand.
CIO’s willen graag volwaardig lid van het MT worden – dan moeten ze hun rol ook waarmaken, en zich verantwoordelijk tonen voor alle aspecten van de organisatie, niet alleen de groei en bloei van de IT.  Er kwamen vele voorbeelden langs. Zo won IBM recent een groot contract in Malta om… vuilnis te verwerken, juist omdat uit die vuilverwerking zoveel nuttige informatie te halen is. Olie- en gasbedrijven blijken IT-systemen cadeau te doen bij hernieuwing van contracten met groot- en detailhandel. ‘Smart metering’ lijkt een belangrijke methode om duurzaam om te gaan met energie in huizen en kantoren. En ook overheden doen steeds meer aan ‘analytics’ om beter beleid te kunnen formuleren en realiseren. Zogenaamde ‘data scientists’ spelen steeds vaker een rol in de strategiebepaling.
"There's constant competition between HR, Finance and IT to have a strategic status within companies, to get into the C-suite and take part in critical discussions. And IT has always been behind the other two," aldus Marchand. Te vaak is er nog een sfeer van ‘wij tegen de anderen’, van managers die de IT-ers niet willen/kunnen begrijpen. En dat is zonde. Maar minstens voor de helft ook de schuld van de IT-ers zelf.
Hoe zit dat met de gemiddelde Financial?




20% van de CFO’s binnen twee jaar op stoel CEO?
Michael Page International presenteerde 25 mei jl. de Global CFO Barometer 2012. Maar liefst 20% van de CFO’s wereldwijd verwacht binnen 2 jaar de rol van CEO te vervullen, zo bleek daarin. Hun Nederlandse collega’s zijn bescheidener: slechts 6% verwacht al in 2014 de rol van CEO te vervullen. Uit de discussie tijdens de Breakfast Meeting bleek overigens dat de ambitie op langere termijn wel groter zou kunnen zijn, ware het niet dat de economische crisis de verwachtingen van de Nederlandse CFO’s wat dempt. Meer dan de helft van alle CFO’s verwacht over twee jaar dezelfde functie te vervullen, maar dan wel met een uitgebreider pakket aan verantwoordelijkheden (56%).
Tijdens de (door Michael Page International, Coleridge & Valmore Executive Search en Deloitte Consulting georganiseerde) CFO Breakfast Meeting in Utrecht gingen circa 40 CFO’s en CEO’s uit Nederland met elkaar in discussie over de veranderde rol van de CFO binnen bedrijven en de daarvoor vereiste vaardigheden. Uit de Barometer blijkt dat CFO’s inderdaad steeds vaker optreden als sparringpartner van de CEO en dat daarmee hun functie verandert. Vooral bij grotere bedrijven (meer dan 5.000 werknemers) wordt de relatie met de CEO door CFO’s beschreven als een ‘hechte samenwerking’ (44%). Bijna de helft van de CFO’s in Nederland is van mening dat zij hun strategische-, management-, communicatie- en presentatievaardigheden dienen te verbeteren, om zichzelf verder te ontwikkelen voor de volgende carrièrestap.



Wanneer ben je een fantastische CFO? Als je met klanten praat.
Onlangs organiseerde het Institute of Chartered Accountants (Verenigd Koninkrijk) weer eens een conferentie waarbij deze vraag aan de orde gesteld werd. Welke kwaliteiten maken een CFO succesvol?
In elk geval niet vakkennis. “Die kun je kopen!” aldus key note speaker Ian Tyler, chief executive officer van engineering consultancy Balfour Beatty. “Ik zeg niet dat vakkennis niet belangrijk is maar het is niet wat een goede onderscheidt van een fantastische CFO.”
Een fantastische CFO is volgens Tyler een onmisbaar lid van het kleine team dat de onderneming runt. “Het is een mythe dat de CEO dat in zijn eentje doet,” aldus CEO Tyler. “Er is altijd een klein groepje mensen, dat uiteindelijk de beslissingen neemt. Of je deel uitmaakt van dat groepje hangt niet af van functie of status. Het gaat erom of je er toe doet, of je het verschil maakt. Iedereen kan een idee hebben of een mening. Zorgen dat anderen ernaar luisteren en je serieus nemen, daar gaat het om.”
Gevraagd of een ‘great CFO’ gemaakt of geboren wordt antwoordde Tyler na enig nadenken: “Ik denk geboren. Je moet een instinct hebben dat je zegt dat je waarde wilt creëren. En daarvoor moet je, ook als CFO, met klanten praten. Als je dat niet doet wordt je nooit echt lid van dat cruciale groepje beslissers. Alleen daar kom je te weten waar en hoe er waarde gecreëerd kan worden. Je kunt dan nog best een goede CFO zijn – maar een fantastische word je dan niet.”






Echt relevant MVO: innovatie binnen grote ondernemingen
Gib Bulloch is Executive Director bij Accenture Development Partnerships, en Visiting Fellow on Social Intrapreneurship aan het Doughty Centre for Corporate Responsibility van de Cranfield Schoool of Management.  Tijdens de Fair Ideas conferentie, onderdeel van de recente twintigste Earth Summit in Rio de Janeiro beantwoordde Bulloch de hem gestelde vraag “Is MVO de panacee voor een groenere economie?” met een duidelijk ‘nee’. Niet omdat hij niet een groot voorstander van MVO zou zijn – integendeel. Het probleem is volgens hem, dat Maatschappelijk Verantwoorde Ondernemingen te vaak te kleinschalig blijven, een liefhebberij eerder dan echt economische wereldspelers. Maar hij stipte wel een ander aspect, een andere trend aan.
Neem bijvoorbeeld IKEA. In 2008 verbruikte die onderneming meer water dan de hele bevolking van Zweden! Vandaag de dag is dat 40% minder. Het moge duidelijk zijn, dat al een één procent betere performance van een bedrijf van die grootte, meer zoden aan de dijk zet dan honderd kleine werkplaatsjes of bureautjes die volledig ‘groen’ en MV zijn.
En, aldus Bulloch: waar komen die veranderingen en innovaties bij grotere bedrijven vandaan? Komen die top down, of juist bottom up tot stand? Vooral op de tweede manier. Verandering komt van onderop en van buitenaf. En de impact zal enorm zijn.
Een fantastisch voorbeeld is Vodafone’s (VOD) M-PESA, een systeem voor mobiel bankieren. Oorspronkelijk was dit een ideetje van twee jonge idealistische marketeers binnen Vodafone. Met ondersteuning van het Britse ministerie voor ontwikkelingssamenwerking werd het verder ontwikkeld. En nu, vijf jaar later, loopt 25% van het BNP van Kenya via sms-jes! En belangrijker: het model, het systeem voor mobiele betalingen, begint de kern van Vodafone te beïnvloeden. En dat zorgt weer voor veranderingen in de hele sector.
Nou, dan spreek je van echte impact!
Het is maar zeer de vraag of die impact hetzelfde was geweest, wanneer dit idee door een klein en idealistisch bedrijfje ontwikkeld was. Zonder de schaal, het ecosysteem en de ‘brand’ van Vodafone.
En dit is niet het enige voorbeeld van ‘social intrapreneurship’ dat echte resultaten oplevert. Steeds meer grotere ondernemingen als Nike, BP, Arup en andere organisaties beseffen het potentieel van maatschappelijk verantwoord intern ondernemerschap.
En steeds blijkt, dat afmetingen er dan juist wel toe doen.




E-facturering: banken (en factoring-bedrijven) mogen wel oppassen!
e-invoicing helpt bedrijven  niet alleen de kosten, fouten en verwerkingstijd per factuur drastisch te beperken, het zorgt ook voor snellere betaling en minder dubieuze debiteuren. Dus ook de dienstenportfolio van die banken zou door de steeds bredere adoptie van e-facturering en de verdere automatisering van de AP-processen  beïnvloed kunnen worden. Immers, naarmate meer organisaties onderling hun payment-processen automatiseren zal de behoefte aan korte-termijn financiering door banken sterk afnemen, zo is de verwachting.
Er worden nu al systemen aangeboden, die meteen voor betaling zorgen zodra een ontvanger een elektronische factuur heeft goedgekeurd. Dat zorgt niet alleen voor verkorting van de verwerkingstijd – van papieren facturen gemiddeld 30 dagen  - maar ook voor snellere incasso.
Dit is vooral nuttig voor het MKB en kleinere leveranciers, die niet zelden te maken krijgen met hoge rentepercentages voor overbruggingskredieten terwijl zij wachten op hun debiteuren. Omdat zij minder risico lopen, zal de bank ook lagere rentetarieven gaan hanteren.
Ook hier zie je de ‘social media’ oprukken, bijv. bij http://tradeshift.com/nl/  dat de klanten gratis e-invoicing diensten ( en meer) biedt. Zij betelane slechts een vergoeding voor toegang tot het cloud platform van Tradeshift. Oprichter en CEO Christian Lanng zegt het zo: “De mensen hebben nog geen idee, wat ‘big data’en analytics zullen betekenen voor bedrijfskredieten.” De mogelijkheid om grote hoeveelheden transacties te analyseren en daar patronen en tendensen in te zien levert nu al een nieuw verdienmodel voor de ‘gratis’ diensten van Tradeshift.
Tradeshift heeft nu al meer dan 100.000 klanten in 190 landen, waaronder heel grote als de Britse NHS (gezondheidsdiensten), de Franse overheid en firma’s als Dell. Elke week schijnen zich 2000 nieuwe klanten te melden.





E-invoicing: NL net iets beter dan USA
Wie wel eens in een Amerikaanse supermarkt gestaan heeft weet, dat de moderniteit daar vaak nog ver te zoeken is. Paystream meet jaarlijks hoe het staat met de acceptatie van e-invoicing in de VS. In het laatst verschenen eInvoice Adoption Benchmarking Report over 2011 is sprake van ‘bescheiden groei’- 29% van de respondenten geeft aan nu reeds aan e-invoicing te doen of dat binnen een half jaar te zullen uitrollen. Ruim veertig procent stelt  het te overwegen – 29% heeft nog helemaal geen plannen. Het jaar daarvoor was dat nog 32%.
Als belangrijkste voordelen signaleren de deelnemers meer control over het hele proces. Nog maar 7% van de deelnemers zegt een decentrale AP-afdeling te hebben – ruim 90% heeft de functie al gecentraliseerd. Als belangrijkste barrière tegen (verdere) invoering noemen de Amerikanen ‘bestaande processen’! Ruim 16% denkt dat er geen enkel voordeel te behalen is met e-invoicing…
Overigens doen wij in Nederland het ook niet best op dit gebied. Met al weer de vijfde editie van de Factuurmonitor liet Factuurwijzer (www.factuurwijzer.nl) zien dat ons land evenmin voorop loopt bij de verdere digitalisering van AP. Erger, Nederland glijdt af, vergeleken met andere landen in Europa. Zaten we eerder in een aantal gevallen nog in de kopgroep, nu is het hooguit een middenmoter. En de trend is neerwaarts…. Sinds februari 2010 is onze eigen Neelie Kroes als  eurocommissaris belast met de Europese Digitale Agenda. Deze kent de indicator ‘geautomatiseerde uitwisseling van opdrachten’ voor het verzenden of ontvangen van inkooporders (in EDIFACT, XML etc. formats). Het Europees gemiddelde daarvan is in 2010 flink gestegen, tot 34,2%. De positie van Nederland is daarentegen in 2010 verslechterd. Namen wij in 2009 nog een tweede plaats in, in 2010 gleden we af naar de twaalfde: nog maar net boven het Europees gemiddelde (34,3% om 34,2%).




Percepties van ERP
Goed geïmplementeerd kunnen ERP-systemen organisaties enorm helpen bij het op orde brengen en effectief gebruiken van hun ICT. Ze zorgen voor het poolen van gegevens uit verschillende hoeken en gaten van de organisatie, verbeteren de communicatie en kunnen strategische beslissingen ondersteunen. Toch zijn er veel CFO’s ( en ICT-managers) die zeer sceptisch zijn over de (on)mogelijkheden van ERP. Iedereen kent wel voorbeelden van organisaties die overgingen op [bekende Duitse leverancier], waarna men maanden geen facturen de deur iuitkreeg, niet meer wist wat er in het magazijn lag enzovoorts. Iedereen kent ook voorbeelden van ERP-projecten die tot honderden miljoenen kostten en nooit opleverden wat men ervan verwachtte. Heel wat ERP-leveranciers werden voor de rechter gedaagd door gefrustreerde klanten. Research door Oxford University uit 2011 concludeerde dat dergelijke ICT-projecten een twintig keer zo grote kans liepen te mislukken ( d.w.z;. niet on time en within budget te eindigen) dan ‘gewone’ projecten. Waarom?
Het Britse Computing sprak met 120 business-en-IT decision makers om ook hen die vraag te stellen en hun meest recente ervaringen te delen. Het goede nieuws: 53% deelde mede dat zij recentelijk ook ERP-projecten hadden meegemaakt die wel on time within budget geëindigd waren; 12% verklaarde daar midden in te zitten.
Maar 15% stelde dat hun laatste project te laat en te duur was geweest – 9%  zat er nog midden in. En weer was er 5% die toegaf dat hun projecten wel begonnen waren maar nooit afgemaakt en afgekapt zonder dat er überhaupt iets geleverd was. De redenen: zie hieronder.
Vooral de onderste staat is interessant. Liefst 69% wijt het mislukken aan ‘scope creep’ – steeds meer nieuwe eisen aan het te leveren systeem. En 45% geeft individuen de schuld….
Niemand de ERP leveranciers? Die teveel beloven???







Aandeelhouders in actie tegen te hoge beloningen
Bob Diamond van Barclay’s ruimde het veld nadat bekend was geworden dat zijn traders de LIBOR  manipuleerden. Daardoor herinnert bijna niemand zich, dat tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering meer dan een kwart van de stemmen bezwaar maakte tegen Barclays’ remuneration report  - daarbij gesteund door de Association of British Insurers, die (als vereniging van grote investeerders!) een zogenaamd amber top waarschuwing gegeven had dat de door de bank gehanteerde methode om de beloiningen voor de top te berekenen niet deugde.
In mei van dit jaar moest Andrew Moss, de CEO van Aviva ( een verzekeraar in het VK met ca 400 miljard beheerd vermogen) “with immediate effect” opstappen, nadat daar de houders van liefst 54% van de  aandelen in opstand waren gekomen tegen zijn 2011- pay package van
£2.69 miljoen (€ 3.34 miljoen; $4.34 miljoen). Terwijl toch Aviva’s winst (na belastingen) over dat jaar was gedaald naar 60 miljoen pond – van 1,9 miljard pond in het jaar daarvoor!
Ironisch genoeg is Aviva als institutioneel investeerder juist trots op het belang dat zij hecht aan good corporate governance – net daarvoor hadden ze nog geholpen de CEO van Trinity Mirror, een van de grote Britse krantenconcerns weg te stemmen, omdat ze boos waren dat hun CEO Sly Bailey (nomen est omen)  zich een inkomen van £1,7 miljoen (2,1 milljoen euros; $2.7 miljoen) had toegekend terwijl de koesr van de aandelen dat jaar liefst 40% gezakt was.
Andere bedrijven die op grond van shareholder activism hun remuneration packages moesten aanpassen zijn AstraZeneca, Lloyds, HSBC, WPP, Tesco, Unilever, GlaxoSmithKline, UBS, Credit Suisse en Citigroup.
De vraag is hoe lang het gaat duren voordat activistische aandeelhouders hun invloed gaan aanwenden op andere terreinen dan executive pay – denk aan ESG (environmental, social or governance) issues.


Hoe Risk Assessment ook kan falen
 De praktijken van de drie dominante rating agencies - Standard & Poor's, Moody's and Fitch – zijn sinds de ramp van 2008 nauwelijks veranderd, ondanks het gegeven dat zij, in de woorden van Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, “remain one of the key culprits behind the formation of the subprime mortgage bubble, whose collapse shook the world's financial foundations.” Er is intussen veel gezegd en geschreven over de conflicterende belangen die deze agencies ertoe gebracht zouden hebben de subprime mortgage-backed securities zo te overwaarderen – conflicterend, omdat de slachtoffers van de ratings daar zelf voor moeten betalen. Weer anderen stellen smalend dat het kwalijke tracvk record van de rating agencies in termen van risico-evaluatie te wijten zijn aan inadequate risk assessment procedures. Nieuw onderzoek onlangs gepubliceerd in The Accounting Review (van de American Accounting Association ) Asset securitizations and credit risk door Stanford's Mary E. Barth, IESE's Gaizka Ormazabal en Wharton's Daniel J. Taylor, toont aan dat je vragen kunt stellen bij de manier waarop bijv. door de bond market en S&P assets geboekt werden (worden?) en hoe men risico’s pleegt/placht te waarderen. Het blijkt, dat credit rating agencies de effecten van de gebruikte securitisering niet adequaat inschatten. Volgens de onderzoekers is dit niet verrassend: "It's not surprising that we encountered two markedly different ways of assessing risk, given the continuing disagreement among accountants as to whether asset securitizations most fundamentally are sales or collateralized borrowing." In werkelijkheid is securitization “neither a sale nor a borrowing, but something in between!”. Zolang dat accounting-probleem niet wordt opgelost zullen er vage complexe ‘producten’ op blijven duiken, die de toezichthouders nauwelijks bij kunnen houden. Daarnaast is het hoognodig dat de status van de rating agencies eindelijk eens afdoende wordt vastgelegd. "In the end, there are two principal ways to think about these agencies," zegt het rapport. "One is that they are as important as banks and insurance companies, and have to be as closely subject to regulation as those institutions are. The other is that agencies deserve to have the same freedom of speech as a broker who advises you to buy some particular stock -- but let the buyer beware.”